Inschakelen van zorgkundigen

Regelgeving OptiCare: Structurele equipe zorgkundigen

 

Verklaring van de verpleegkundige

De verpleegkundige/vroedkundige en de zorgkundige verbinden er zich toe om de betrokken regelgeving te respecteren en onderstaande interne afspraken na te leven die opgesteld werden volgens de richtlijn die door het comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging is vastgelegd. De interne afspraken worden hierna omschreven.

De verpleegkundige en de zorgkundige verklaren deze afspraken en richtlijnen ontvangen te hebben, na te leven en te respecteren in hun samenwerkingsverband. Binnen de werking van OptiCare wordt deze regelgeving op praktijkniveau nageleefd. De praktijk dient minimaal te voldoen aan:

- beschikken over minstens 4 gegradueerde of gebrevetteerde verpleegkundigen die elk toegetreden zijn tot de nationale overeenkomst en die de verpleegkunde in hoofdberoep uitoefenen;

- de verpleegkundigen dienen voor elke maand minstens 4000 W-waarden uit artikel 8 te attesteren (buiten de verstrekkingen van de zorgkundigen) en dit tijdens een periode van 6 maand voorafgaand aan de maand waarin een verstrekking van een zorgkundige werd geattesteerd. (noot: OptiCare voldoet als groepering aan deze voorwaarde);

- de verpleegkundigen moeten daadwerkelijk meegewerkt hebben aan de zorg van de patiënten, met uitsluiting van administratieve of coördinerende aspecten;

- in het kader van de delegatie dient de verpleegkundige een controlebezoek af te leggen conform het KB van 12 januari 2006 en zoals hieronder wordt omschreven (zie “Specifieke bepalingen en afspraken rond het uitvoeren van controlebezoeken”).

- de zorgkundigen binnen de praktijk mogen maximum 25% van de basisverstrekkingen uitvoeren, zowel in het kader van de forfaits als in het kader van de verstrekkingen die de praktijk uitvoert gedurende 1 kalendermaand;

- zorgkundigen mogen geen verstrekkingen uitvoeren die de ziekteverzekering terugbetaalt aan palliatieve patiënten en/of andere verstrekkingen zoals bedoeld in het KB van 12 januari 2006 en hieronder wordt omschreven (zie “Specifieke bepalingen rond de delegatie van verpleegkundige activiteiten aan zorgkundigen”)

 

Specifieke richtlijnen en interne afspraken binnen de structurele equipes van OptiCare  om zorgkundigen in te schakelen:

Verantwoordelijke van de equipe: Cindy Vanseggelen, RRNR 74070611250.

De equipe van OptiCare (Medusacare BV) met groepsnummer 945 074 94 001 voldoet aan de voorwaarden van § 12 van artikel 8 van de bepalingen van het RIZIV omtrent een structurele equipe.

  1. OptiCare bestaat uit meer dan 4 gegradueerde of gebrevetteerde verpleegkundigen die actief zijn in hoofdberoep als verpleegkundige.
  2. Alle verpleegkundigen bij OptiCare zijn toegetreden tot de Nationale Overeenkomst.
  3. Tijdens de laatste 6 maanden zijn er steeds meer dan 4000 W-waarden aan verstrekkingen uit artikel 8 geattesteerd.
  4. Er zijn minstens 4 verpleegkundigen in hoofdberoep binnen OptiCare die daadwerkelijk meegewerkt hebben aan een aspect van de zorg van de patiënten met uitsluiting van administratieve of coördinerende aspecten.
  5. OptiCare voldoet aan de verklaring op erewoord conform de richtlijnen vastgelegd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, ingediend bij het RIZIV met daarin ten minste de gegevens die toelaten de equipe te identificeren.
  6. OptiCare heeft interne afspraken gemaakt die beantwoorden aan een richtlijn die door het Comité van 'de verzekering voor geneeskundige verzorging' wordt vastgelegd, met betrekking tot de praktische modaliteiten van de delegatie van Algemene voorwaarden 2019.01 verpleegkundige activiteiten aan zorgkundigen en de samenwerking tussen de leden van de equipe.
  7. OptiCare en de verpleegkundigen houden er rekening mee dat maximum 25% van de geattesteerde basisverstrekkingen, zowel binnen als buiten de forfaitaire honoraria, die in een gegeven kalendermaand worden verleend, mogen verleend worden door een zorgkundige.

Specifieke bepalingen rond de delegatie van verpleegkundige activiteiten aan zorgkundigen:

De activiteiten die de zorgkundigen mogen uitoefenen zijn de volgende:

  1. Het observeren en signaleren bij de patiënt van veranderingen op fysisch, psychisch en sociaal vlak binnen het ADL (Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen).
  2. Het bijstaan van de patiënt en zijn omgeving in moeilijke momenten.
  3. Mondzorg.
  4. Het verwijderen en heraanbrengen van kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen, met uitsluiting van compressietherapie met elastische verbanden.
  5. Het observeren van het functioneren van de blaassonde en het signaleren van problemen.
  6. Hygiënische verzorging van een geheelde stoma, zonder dat wondzorg noodzakelijk lijkt.
  7. De orale vochtinname van de patiënt bewaken en signaleren van problemen.
  8. De patiënt helpen bij inname van geneesmiddelen via orale weg, nadat het geneesmiddel d.m.v. een distributiesysteem, door een verpleegkundige of een apotheker werd klaargezet en gepersonaliseerd.
  9. De vocht- en voedseltoediening bij een patiënt langs orale weg helpen verrichten, uitgezonderd bij slikstoornissen en bij sondevoeding.
  10. De patiënt in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht hierop conform het zorgplan.
  11. Hygiënische verzorging van een patiënt met een dysfunctie van de ADL, conform het zorgplan.
  12. Vervoer van patiënten conform het zorgplan.
  13. Toepassing van de maatregelen ter voorkoming van lichamelijk letsel conform het zorgplan.
  14. Toepassing van de maatregelen ter voorkoming van infectie conform het zorgplan.
  15. Toepassing van de maatregelen ter voorkoming van decubitus conform het zorgplan.
  16. Het meten van de polsslag en de lichaamstemperatuur en het meedelen van de resultaten.
  17. De patiënt helpen bij een niet-steriele afname van excreties en secreties.
  18. Zorgkundigen mogen deze activiteiten enkel uitoefenen wanneer ze zijn toevertrouwd door een verpleegkundige. Verpleegkundigen kunnen deze delegatie op elk moment beëindigen.

Specifieke bepalingen en afspraken rond het uitvoeren van controlebezoeken:

  1. Tijdens het controlebezoek van de verpleegkundige gaat deze verpleegkundige na of de delegatie van deze zorgen correct verloopt. Tijdens dit bezoek zal de verpleegkundige zelf de zorg uitvoeren, eventueel in aanwezigheid van de zorgkundige.
  2. De verzorging van een patiënt mag enkel over verschillende verzorgingszittingen gespreid worden om medische redenen, vermeld op het voorschrift. Deze regel is ook van toepassing op de dagen dat de verpleegkundige het controlebezoek doet.
  3. Het minimumaantal controlebezoeken is vastgelegd op één keer per maand bij elke patiënt waar een zorgkundige verpleegkundige activiteiten verleent met uitzondering van:
    • bij een forfait A moet men minstens 2 keer per maand een controlebezoek afleggen.
    • bij een forfait B moet men minstens 4 keer per maand een controlebezoek afleggen.
    • bij een forfait C moet men minstens dagelijks een controlebezoek afleggen.
  4. De frequentie en de tijdstippen moeten adequaat zijn vanuit de zorgsituatie van de patiënt en moeten gemotiveerd worden in het verpleegdossier. Voor OptiCare geldt de regel om het minimumaantal controlebezoeken verplicht af te leggen; extra bezoeken bepaalt de verpleegkundige in samenspraak met OptiCare.

Concrete afspraken over de beschikbaarheid van een stand-by verpleegkundige:

  1. De verpleegkundige die een zorgkundige inschakelt zorgt er voor dat er altijd een verpleegkundige stand-by is die op vraag van de zorgkundige steeds kan overnemen/ondersteuning bieden.
  2. De structurele equipe, OptiCare, voorziet via de dispatch van OptiCare in een continue bereikbaarheid tijdens de werkuren om zo voor de zorgkundigen de nodige informatie en ondersteuning te bieden, in zoverre de delegerend verpleegkundige niet beschikbaar of niet bereikbaar is.

Concrete organisatie van rapportering en patiëntenoverleg:

  1. De verpleegkundige zal de zorgplannen bespreken en evalueren zoals omschreven staat in de wetgeving. De bespreking van deze zorgplannen zal gebeuren door alle actieve zorgverstrekkers die tijdens een periode van 1 maand voorafgaand aan deze bespreking, zorgen hebben toegediend bij deze patiënt.
  2. De zorgkundige doet een dagelijkse rapportering aan de verpleegkundige in welke de patiënten en hun toegediende zorgen besproken zullen worden.
  3. Het overleg van de zorgplannen en de rapportering zullen door de verpleegkundige vermeld worden in het verpleegdossier van de desbetreffende patiënten. Indien tijdens de rapportering geen noemenswaardige feiten gemeld worden, dient dit niet vermeld te worden in het verpleegdossier.

Nieuwe patiënt:

De eerste verzorging van een patiënt, die opgestart gaat worden door de verpleegkundige, die lid is van OptiCare, zal altijd gebeuren door deze verpleegkundige. Een eerste zorgzitting gaat nooit gebeuren door een zorgkundige.

Verzekeringstegemoetkoming:

Bij niet naleving van de bovenstaande afspraken voorzien in artikel 1 tot en met 7, of een slechte opvolging ervan, zullen de verpleegkundige en de zorgkundige geen aanspraak kunnen maken op de verzekeringstegemoetkoming voor de gepresteerd zorgen van de zorgkundige. De verpleegkundige die een zorgkundige inschakelt blijft volledig verantwoordelijk voor het naleven van deze afspraken.